Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Dynxsdach 8 Octobris 1555.

Euwke Uffkens contra dat convent van Assen edder Everdt van Covorden, hoer vulmacht, beroerende etzlijke grunsinghe¹⁾ up Euwken hues etc.; vergunnen B. ende R., dat Uffken Hinrick Ulger de Jonge als arffgenaem tho salige Johan Marissinge (de bes an sijnen starffdach de grunsinge mach betaelt hebben) myt eenen wetebrieff sall moegen citeren laten etc.

1) Verbastering van grondcijns, erfrente van een aantal huizen en gronden, te betalen aan de graaf van Bentheim. Zie J.A. Feith, De ‘grunsinck’ (Bijdr. Vad. Gesch. en Oudh. 1913). In 1585 door de graaf aan de stad Groningen verkocht.