Donderdag 5 Decembris 1555.
Johan Surinck, de wagemester, contra Johan te Wede, den bouwmester, kennen B. ende R., dat de bouwmester sall den wagemester na vermeldt sijne rolle vuldoen ende betalen, so to verstaende, dat he van alle ijser, dat he van buten hiir ingebracht edder ontfangen hefft, den wagemester sijn waechgeldt eens betalen sall, tselve bij sijn eedt to verclarende, wes ende hoevoele ijsers he ontfangen hefft.