Donderdach 31 Decembris 1556.
De oldermans van de smede-, schomakers- ende hoepenbindergilden hebben hoer onschuldt in een supplicatie tegens den redger van Adwerth overghegeven, daerup taelmans, namptlick Johan Swarte, Cornelys Bebinck ende Claes Hertgers sampt de bouwmesteren als Johan tho Wede ende Willem Gheertz mede voer guedt angeseen ende beleveth, dat men de sake tegens den redger (angaende he myt onwaerachticheyt tho hove over dese stadt ende de vorg. gylden gesuppliceert) myt rechte anvangen ende rechtlyken solden endigen, als dat behoerde ende dat van der stadt wegen, alsoe durch den syndicum van der stadt tho geschiende. Quere in den sack: Ghyldtsaken.