Dynxsdach 19 Januarii 1557.
Toncko Fopkens, appellant, contra de voegeden in de Scheemda; nadem ydt noch onseker, up wels guederen dat roeff gescheet ys, daer Wabke Harekens, voermunt, ende voegeden tho Toncken steeffkynderen sich up beclaget, sullen de voegeden upgemelt alnoch Toncken moegen laten roven, als dat na landtrechte behoeren sall ende soe veer sich daernach emants bevindt beswaert tsijn, mach dat roeff in schryfften nemen ende volgents daervan appelleren, als dat behoert, ende laten B. ende R. dyt tegenwoerdige roeff tusschen beyden beliggen.