Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Wondsdach 8 Septembris 1557. Borgermester Albert Jarges pandt a Nativitatis Mariae tho vrijmarckede.De rhede van den graven van Benthem, namptlick Joannes Palte mitten drosten van Benthem, Henrick Lueninck genanth, ende noch eenen anderen dem erb. Rade angedragen wegen hoer g.h., woe sijne Gen. durch versuminge der betalinge van den grunsingenGa naar voetnoot1) vervallen sijn solde een hues, voer de Heerporte belegen an de westersijdt, Egbert Luetkes eerdages thobehoerende ende nu Johan Eyssens verkofft sijnde, begeerden derhalven in de possessie desselven hueses gestalt te worden, offte dat men den drosten upgemelt van wegen des graven sijnen heren tut rechtlyken verhoer wolde laten khomen edder gestadede, mitten parten vruntlyken tho verhandlen, daertho dan sijne G. nicht onweigerich sich solden willen laten vinden etc. De his quaere latius in den sack Benthem. |
|