Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Maendach 17 Januarii 1558.Albert Bruens contra Arent Ghijsebers, procuratorem van den Armenhuessitten; wijsen B. ende R. voer een guet middel, dat Albert Bruens sal elcken olden franschen schildt renten afflossen mit 100 ar. gl., datum 1435. - NotaGa naar voetnootb), dat Arent Ghijsberts eenen olden franschen schyldt voergebracht, de up 8 ar. gl. geweerdeert was. De upschryfft hielt: Philippus dei gratia Francorum rex, Christus regnat, Christus vincit, Christus imperat. - Is in den ghyldebreeff up | |
[pagina 86]
| |
1½ goltgulden geweerdeert, den goltgulden to 24 gr. st. De hoc vide supra fol. 24Ga naar voetnoot1)). Abele Rytzkens van wegen der Geestlyke Mageden contra Albert Bruens; wijsen B. ende R. voer een guet middell, dat Albert Bruens sall de 9 golden rijns g. renten moegen affloessen mit 150 philips gulden, to 36 groninger stuver elcken g. gerekent, datum 1501, offte payment als in tijdt der betalinge voer enen golden rijns g. binnen unser stadt ganck ende gave ys. Dese clausule was soewall in de jaerlyke rente als bij de afflosse. NotaGa naar voetnoota), dat in desen breeff van 9 golden rijns g. renten payment als in tijt der betalinge voer een g. rijns g. etc. |
|