Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Dunderdach den 13 Julii 1559^b).

Szoe ende nhadem in voertijden belevet is, dat men den kloesteren Kon^r. Ma^ts. renten noch niet afflossen solde, sehen B. ende R. sampt T. ende B.v.d.g. noch ter tijdt tselve voer guedt an ende bevelen derhalven den erb. Harmen Coenrades, dat he sodane pennongen, waermede he de abten tho Werum ende Thesinga Kon^r. Ma^ts. renten tom dele affgelosset heft, weder inesschen sall ende derselver renten ghene afflossen ter tijdt ende soe lange B. ende R. daerin anders bedacht moegen worden. Bevelen em ingelijk oeck, dat he nemant van den gedeputeerden noch enighe ander private personen der Ummelanden ghene pennongen sunder des erb. Rades consent ende belevent sall behandigen offte volgen lathen, voerbeholden Kon^r. Mat^s, rentemester offte desselvigen vulmacht ende der er baren hoevetmanne deneren.

b) Van 13 juli-14 augustus andere hand wegens afwezigheid van Alting, eerst naar Zutfen voor een Hanzevergadering, daarna naar Gent voor het afscheid van Philips II.