Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach 12 Decembris 1564.

Alijdt Daems, Gebbe Dunne ende de kockmaget in S. Geertrude gasthues hebben sich beclaget, woe se Johan Hermens mit allen rechte verwonnen ende vredeloes gelecht om schulde, he angelecht, voerdat he int gasthues ten Hilligen Geeste gekomen ende nu evenwall bevonden, in beerhusen ende anders sijn geldt onnuttelick to verteren, begeerden derhalven, se mit hoer recht muchten voertvaren. Is daerup terstondt een dener int gasthues ende an Johan Hermens gesant ende hem den lepel aldaer laten breken, ter tijdt to he de voersz. schuldeners vulgedaen ende betaelt hebbe³⁾.

3) De 17 maart 1565 wordt aan de genoemde vrouwen opnieuw toegestaan aldus de betrokkene de mogelijkheid tot deelneming aan de maaltijden te ontnemen, waarop Alting vermeldt: ‘Nota dat Johan Hermens een proevener ghewest ende neet als een arm mensch aldaer onderholden’.