Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Wondsdach 14 Septembris 1569.Is noch voer noedtwendich angesehen ende verordent, dat tijdtlicks twe uuth der brouwerghylde neffens de hoefflingen van den schutten sullen sitten, als se mitten ghenen sullen willen componeren offte die berichten willen, de bevonden sullen worden in den Ommelanden tegens older gewoente gebrouwen ende de bieren bij tapmaten offt helen bodemen weder verkofft sullen hebben. Oeck is verordnet, dat de brouweren binnen deser stadt sullen nae desen dage twe deell garste ende een deell haver inslaen ende hoere bieren daervan brouwen, doch nemant hiirmit benomen, oeck minner haver tijdtlicx tho ver brouwen. Doctor Georgien van Westendorp den 12 totten stadtsyndicus erwelet ende desselffs commissie alsnu accordeertGa naar voetnoot1). B. ende R. hebben Hermannum Wijdenbrugge den denst der schole, sijn begeren na, verlatenGa naar voetnoot2) ende want de rectoer Mucerus van den heren persoen ende | |
[pagina 158]
| |
pastoren vorwilligt, um met doctor Ennio, conrector, ende in plaetse van Wijdenbrugge in der schoele tho blijven, is derhalven oeck gedachten Mucerus mitter selver plaets versehen ende de gasie van 70 embder gulden mit 30 gelijcke gulden verbetert worden. |
|