Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Sondach 5 Februarii 1570.

Soe der Swoerne Meente durch een erb. Raedt voergedragen, van den koer des Rhades kumpstigen Wondsdage tdoende, mits voerlesinge des hertogen sampt des heren van Groisbeken missiven¹⁾ ende beswaringe derwegen gevallen, etz daertegens voer tho nemende, de van den Rade sich oeck langer tho sitten

1) Op 31 januari 1569 had de stadsraad door Van Groisbeeck een brief van Alva ontvangen: Als men in vergangen tijden in verscheyden manieren nu mehr claerlyck gemercktt und bevonden heeft, wat onordenongh, beroerten und ellend daeruuyt ervolght, dat der koer eins Raedts der stadt Groeninghen oyck bij etlicken van der gemeente geschiet, die den nyeuwicheyden, secten oirsaeckeren und invuerderen des geschehen jamers gunstlich geweest, als ein yeder ooghenschijnlyck gesihen und ghij sullicx (leyder) wircklyck meest vernomen, heefft men betracht ende geacht, des conincx onses genedichsten herren van God ontfanghenen ampts to wesen, andere wege, middelen ende ordinancien, soewael den koer van den Raedt, als de justicie ende goede policie der voirg. stadt aengaende, to bedencken ende verordenen...... diewijle aver nu allerley swaere voirvallender geschefften halven id villicht geboren mucht, dat men nyet verdich en conde sijn sullicke ordinancien tegen desen aenstaende tijt voir Petri ad Cathedram... int werck to stellen... dat men nochtans tot gheen nyeuwen koer voirtvaere, sonder dat dieghene, soe bisher in dem Raedt und sunst ghedient oere officien ende ampten voirtan bis tot andere ordinancie ende veranderinghe blijven bedienen.....
Ook voor het volgende jaar kwam een bevel van Alva, dat de Raad moest blijven zitten. Zie voor deze raadskeur dossier G.A. voorl. nr. 957.

[p. 166]

beswaert gevonden ende dat se geneight privatim to bearbeyden, der bedieninge te moegen entledight worden, doch mit voerweten ende wille van der Geswoerne Meente, daer se dan up gesacht, se des konden lijden.