Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Donderdach 1 Junii 1570.Nahdem der heer coronell in sijner voergaender meninge verharret, dat de soldaten bij gebreck van leheninge up der borger kost gelacht solden moeten worden etc., is na menni<ch>foldiger beswaringe voer raedtsampst ingesehen ende entsloten, noch tot een 14 dagen de leninge tho vinden, soe ende daer men best vermuchte, want dan de stadt geen geldt gehadt, noch des bij des conincks rentemester tho bekomen gewest, hefft men noedtlick bedacht de kercken in den Oldenampten ende Goerechte elck een jaer upkumsten der stadt tor leheninge verstrecken solden (gelijcken de kercken der Omlanden de penningen nu etzlycke weecken upgebracht) mede om overloep van knechten ende wijder schade tho verhueden etc.Ga naar voetnoot1). |
|