Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Maendach 11 Septembris 1570. Borgermester Derck Schaffers pandt post Nativitatis.Der gestrenger heer cantzeler van OverissellGa naar voetnoot3) hefft als stadtholder van sijne Mat. lhenen van Overissell voer ende mitten erb. Derck Alberda van desselffs wegen clachtlick angegeven up ende tegens B. ende R. ondersaten van Haeren etc., als dat se gedachten Alberda mit buerdensten beswaeren solden ende want Alberda voergenoempt oeck Con. Mat. sijns lehens halven solde moeten tho denste staen, soll idt sijns bedunckens neet bethemen, he in dier fuegen mit twe roeden solde geslagen worden, derhalven begerende een erb. Raedt een billick insehent hiirinne dragen ende nemen wolde, dat gemelter Alberda van soedane buerdensten gevrijet ende boven behoer neet beswaert muchte worden. Hiirup voer antwoert ingesecht, dat een erb. Raedt willens ende geneight, sulckes ter gelegener tijdt den van Haeren voer tho dragende ende volgendts na vorhoer der saecke daerinne tdoen ende gescheen to laten nah behoerenGa naar voetnoota). |
|