Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Maendach 29 Novembris 1571^a).

Egbert Alberda voer sijn hues gefurdert van 14 jaer herwerts des jaers 100 daler, boven reparatie desselfs sampt andere mennichfoldige schade, hem anderssins thogefueght.

Doctor Peter Zijll, landtsyndicus, is uuth deser stadt bij der sonnenschijn verwijset worden, vermidts he den denst van Con. Mat. wederstrevet, bes he van

a) De dag klopt niet met de datum.

[p. 203]

sijne fürst. excell. ende der graven van Megen etc. stadtholder oerloff erworven. Nota, dat he den praelaten affgeraden de 22000 weeckleninge te consenteren, dan lever des tho hove tho versueckende, midts voer een, twe order dre weeken leninge presenterende, neettegenstaende deselve praelaten voerhen all geconsenteert hadt. De voersz. presentatie also bij Lieutenant ende Hoefftmannen gerichtlick durch notarium ende tugen bescheen, naemptlick der lande erst angenomene secretarius mit de Dampster ende Farmster scrijveren, de oeck gevencklick upter poerten angeholden ende van der saeck examineert geworden. Der syndicus hefft sich stracx bes na den Nijenoert gefueght, de praelaten oeverst hebben sich lestlick willich erboeden¹⁾.

1) 18 October 1571 hadden de Ommelanders voor het eerst een secretaris aangesteld, n.l. Petrus Cornelius. Zie voor deze schatting op de kloosters Ommel. Arch. inv. nr. 159.