Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–B. Joachim Ubbena pandt, a Petri ad Cathedram. Saterdach 23 Februarii 1572.De dijckrechteren in der Exst contra Sicko Hermens; ingesacht, dat de voersz. dijck- oder wechrichteren na der heren voergebrachte sententien sullen moegen voertvaren. Mr. Idtzardt Sickinga, mede raedt in den hove van Frieslandt, is geconsenteert, tugen alhiir te moegen verhoeren ende examineren up desselffs voergebrachte commission ende breve van territorie, doch dat sodane examen in tegenwoerdicheit twijer dusses Rhaedts verordenten gescheen, dat oeck de tugen (so sijn H.W. to examineren gemeent) durch bevell van den heren borgermester in der tijdt voceert ende rechtlick gedaget sullen wordenGa naar voetnoot1). |
|