Saterdach 7 Junii 1572.
B. ende R. laten weten ende gebieden, dat alle herbergeers sampt andere borgers ende inwoeners sullen alle der van buten inkomende luyde namen ende thonamen, soe bij hoer worden benachten offte oeck allene tot hoeren huyse komen ende daerna voert weder uuthreysen, dewelcke hoere namen voer der poerten upgetekent sint, sullen derselve personen namen alle avende nah het poertsluyten scryfftlyck overbrengen in handen der gedeputeerden, soe bevonden sullen worden int wachthues voer het losement van den heren coronell, bij vijff marck tho broecke.
Up des reverendissimi (na gedaner onschuldt van de dochter van Bitter durch den Walschen proeffaes up onser stadtpoerte sunder begruetinge oder verloeff eens erb. Raedts gevencklyck in des officiaels affwesent laten hen to setten) durch den heren canonick Bloemaert ersocht, deselve dochter nu in ge-