Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Saterdach 11 Julii 1573.Midtwolde ende Schempte hebben an een erb. Raedt versocht (woe dan der heer prelaet van TriimunteGa naar voetnoot1) gelijcksfals vorwillight) dat B. ende R. een oeverrichter over den anderen dijckrichteren stellen solden, derwijlen sich de vrunde anders neet vordragen noch malckanderen gehoerich wesen konden; mede begeerden se ende andere angelegene karspelen, dat een erb. Raedt wolden raeden, dat doch de geweldige dijck an den Dullert muchte geslagen worden, stelldent alles van sijlschott ende anders an de voersicht ende discretie van B. ende R. |
|