Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Donderdach 3 Septembris 1573.Landtsyndicus hefft angeholden, dat Herman Coenders landen ende goederen in gewalt der lande gestalt, de dan de anderen creditoren na der goeder weerdie wolden tevreden stellen, de voer de landen solden moegen prefereert sijn, is an den amptman vant Goerecht prima instantia gewesenGa naar voetnoot5).
Ordineren B. ende R., dat de schipfaerers upt Dampsterdeep twe mans up elck schip ende voer hoer vrachtloon hebben sullen, tho wetende: Van Groeningen ten Dam van elck mensche 2 groeninger st. ende bes an Delffzijll 2 brab. st. Ende voer een schyp allene, tsij van 3, 4, 5, 6 personen ongeveerlyck, hen ten Dam 20 groen. st. ende bes an Delffzijll 25 groen. st. | |
[pagina 250]
| |
Des sullen de schippers, wen de reysende man des begeert, voert strax affvaren, allent bij vijff marck to broeke. Oeck sall nemant sijn schyp verladen, noch to swaer belasten, bij straffe an den lijve. Daer sich een iider mach weten na tho richten. 9-4-73. |
|