Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Saterdach 8 Januarii 1574. B. Albert Rolteman bes Petri.Nahdem de 9000 car. gl. tot der soldaten 600 gl. weeckleninge verordnet, naemptlick een halve jaertaxe, 6000 van den rentmester FrijtemaGa naar voetnoot3) ende 3000 van Loo etc., up kumpstigen Maendage, den 11en huius, gefaillert ende also to besorgen, dat entweder de stadt de leheninge soll moeten verstrecken offt dat de soldaten upter borger kost tot groter elende gelecht solden worden, woe dan rhede etzlycke malen durch faulte van leheninge gescheen, omme dan sodane onraedt ende borger gehele verdarff tho vermijden, is voer nuttest ingesehen ende entsloten, dat men lever raedt sochten, als men best konden, omme de leheninge voer deser tijdt noch tho vorstreckende, bes de heren gesantenGa naar voetnoot4) weder thuys | |
[pagina 258]
| |
quemen, in hoepeninge se enige goede vertroestinge van den nijen gouverneur verwerven ende mitbrengen werden, soe sunst der stadt sulcks to continueren onmoegelyck, vormidts de grote schulden ende swaricheyden, daerin de stadt allenthalven (leyder) vorhafftet isGa naar voetnoot1). De heren hebben Johan Brunger sijn versueck. van buten Bottringe-offt Ebbingepoorten to moegen tappen, geconsenteert tot sRades wederseggen ende dat up dubbelden axcijss. |
|