Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Donderdach 1 Aprilis 1574^a).

Borg. Joachim Ubbena pandt a reditu post Petri ad Cathedram.

Soe Herman Bourlo wedergescreven van eenen als principalen ende neffens den noch twe tot waerschappen to moeten uuth 5 genante personen verwilligen ende tselve neet moegelyck¹⁾), is beraedtslaget, van anderwegen middel te suecken, den Focker tegens halff Mey te contenteren, mede woe men doen solden, wen geen vertroestinge totter weeckleninge voerhandts etc.

a) De datum in het hs. verkeerd als 22 Martii ingevuld.

1) Op 16 maart 1574 had het stadsbestuur hem verzocht een geldlening te willen plaatsen van 10 à 12 000 gl. In het Miss. prot. Alting blz. 407 wordt hij genoemd als Bourman; de woonplaats wordt niet vermeld.