Diarium van Egbert Alting 1553-1594

(1964)–Egbertus Alting– rechtenstatus


Wondsdach 27 Octobris 1574. Borgermester Rolteman, borgermester Schaffer ende Ulger sint weder van de dijcken gekomen, de se voert uuthbestedet.
[pagina 282]
Gesacht, dat de graeffve van Oldenborch binnen Jeveren gehuldet sij ende dat bij wille van Con. Mat. ende medeconsent van oer genadenGa naar voetnoot1). A prandio. Der heer van Billy, stadtholder, is neffens onse gesanten, de darwerts getogen, woe voer, una cum uxore et familia hiir ingekomen ende hefft der gesanten warvonge daer neet willen verstaen, derwij len sijn Gestr. selffs hiir mit to komen geneight.	voetnoot1) Jever was een leen van de hertogen van Brabant. De laatste vrouwe van het landje, Maria, maakte in haar testament van 1573 graaf Johan van Oldenburg tot erfgenaam. Na haar dood in 1575 ontving Oldenburg de formele belening van het Brusselse leenhof. Een langdurig proces met Oost-Friesland volgde, dat de Reichshofrat in 1655 ten gunste van Oldenburg besliste.