Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Maendach 18 Julii 1575.

Is der heer stadtholder bene mane na Farmssum ende sanderen dages up dOldampster zeedijcken vertogen durch der Omlanden anholden, daer Schaffer ende Roltman mitten syndico oeck tho verordnet¹⁾.

Sijn de borger tegens huyden noch meer als voer verdaget, dan weyniger erschenen, den nu oeck de rhaminge voergelesen ende want se sich (na excuse

1) Zie ook de aantekening in de Acta en het dagboek van syndicus Westendorp.

[p. 308]

van geringen antall) erst mitten anwesenden van den ghylden tho besprekende begeert, is em tselve accordeert ende hebben lestlyck erst de ghylden, daerna de borger de saecke an de geswoernen verbleven, de brouwer sich meest beclagende.