Dinxsdach 23 Augusti 1575.
Requeste an den heer stadtholder overgegeven om surcheance van executie, soe de van de Omblanden contra Hynrick Tijmens solden willen voernemen van sodane penningen, daer de stadt tho hove in anno 1571 den 6 Augusti rede van geabsolveert gewest.
Mede angegeven, dat belangende de vette waer soll hiir geen mangel sijn, soedat de wall soll vrij moegen passeren. Oeverst tbroetkoeren belangende weere de stadt idts wal genoech versehen, dat oeck enigh verdarfflick guet daeronder, des men oeck behoerden passeren te laten. Dan de heren van der stadt vonden sich beswaert, segel ende brieff daervan te ghevende, wolden oeverst gheerne allen moegelicken vlijth anwenden ende oeck tijdtlick mitten heren stadtholder offt desselfs lieutenant communicatie holden. Daerop lestlick voergedragen van allene 4 maendt, lestlick van ½ jaer versekeringe tdoende ende want dit neet verwilliget, is noch rogge noch vette waer uuthgestadet worden.
Nahdem de van de Umblanden angeholden, om den torff cijssvrij doer tverlaet tot onderholdt der soldaten up Delffzijll te moegen passeren laten ende se sunst torffs genoech van Slochteren ende uuth den Oldenampten solden moegen bekomen, als geremonstreert, hefft dennoch sijne Ge. begeert, sulcks tot sijner contemplacien oder respect ditmael also togelaten solde worden, soedat nochtans bij den capitein upten Zijll contrerulle soll geholden worden van alle den torff, de van hiir darwerts ankomen soll etc.
Want oeck de hoege beswaringe van de soldaten voergegeven, hefft sijne Ge. verlichttinge ontheten ad 20 Oct.
Noch een requeste overgegeven, dattet Goorecht neet geholden, wagenen te bestellen up Adwert.
Hefft sijn Gest. seker maneer van dijckagien sleep upgaende voergeslagen, daer een cleen duyckerdam voer geslagen sijn solde.
Oeck hefft sijne Ge. van der stadt weder thebben gefurdert seker 200 car. gulden, an de Oestersche dijcken verlecht, daer de van de Omlanden de ander 200 gulden rede all van betaelt. Nota, dat de stadt der consequentie halven rechtlycke beswaringe voergewendt, als tot den voersz. dijcken neet verbonden noch geholden sijnde, want de van den Omlanden ende neet de stadt de lande, aldaer bij scheten der spade verlaten, accepteert ende angenomen.