Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–
[pagina 318]
| |
secretaris erworven, de ten huyse van den erb. Gerdt Mepsche enige borger verboedet ende volgendts de vorsz. goeder ende personen angetekent. Mede ter selver tijdt alle etelwaer voer der poorten up ende ingeholden, woewal mer bij lasten ende mennichte soll verhoeden sijn; anderen passerden onder der capiteinen handen etc., weshalven geen cleen schade ende onlust den borger ende goeden luyden bejegnet, woe des alles wegen der stadt claeghlick ende claerlick geremonstreert geworden. |
|