Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Saterdach 17 Martii 1576.

Een packet breven ontfangen, der Omlanden replyck, belangende dopsegginge des verbundts van anno 1482.

B. ende R. laten weten ende gebieden, dat alle de harbergeers sampt andere borgers ende inwoeners sullen alle der van buten inkomende luyde namen ende tonamen, soe bij hoer worden benachten, soewall huysluyden als anderen alle avende na het poortsluyten scryfftlyck overbrengen in handen der gedeputeerden int wachthuys ant zuyden vant rechuys, bij 5 marck tho broecke^b).

B. ende R. laten weten ende gebieden, dat nemant na het poortsluyten sall schepen liggende hebben in der stadt graffte, noch oeck binnen de baecken offt posten buyten Kranepoorte ende Steentillpoorte, beyder wegen buyten booms upte cante vant diep tot dien eynde opgerichtet, allent bij 5 marck to broecke ende straffe arbitrale na der saecken gelegentheyt.

b) In margine staat: Vide den 11 Decembris 1573.