Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Dinxsdach 20 Novembris 1576.

Up avende Presentationis Mariae is der heer stadtholder statim a prandio weder van Leuwerden angekomen ende sint de carabijns na der ondergeschreven ordinantie bestellet:

Ordinantie voer des heren carabijns.

Erstlick, dat veer carabijns mit hoer peerden gelijckelyck in eener harberge sullen billettet ende gelogeret worden. Ende dat men denselven aldaer de nootdrufft tijdtlix na behoer als anderen gasten soewall voer den peerden als personen voer geldt verschaffen sall. Doch bij soe veer de carabijns in der herberge neet begheren tho therende, soellen se nochtans voer hoer slapen ende peerden den weerth behoeren tho betalende.

[p. 341]

Dat twe carabijns thosamen up een bedde slaepen sullen.

Item, dat men deser tijdt verschaffen sall, dat voer elcken carabijn tot vullest hoerder theringe in der harberge den weerth oder weerdinne voer iider dach sal vernoeget ende betaelt worden 3 st. brabants.

Des soellen de carabijns geholden sijn, neet uuther herberge te vertrecken mit hoere peerden, voer ende alleer se den weerdt oder weerdinne de restande verteerde kostpenningen soewal voer hoer peerden als hoere personen te vallen contenteert ende betaelt hebben.

Alsus den heren stadtholder overantwoerdet upten 2 Octobris lestleden ende nu den 20 Novembris erst int warck gestelt dan neet sunder onlust ende want se anders onderwijlen int Goerecht plegen to logeren, hebben se de voersz. 3 br. st. betalen moeten.