Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Sondach 2 Decembris 1576.Alsoe verleden nacht 7 borger nepotesGa naar voetnoot2) achter de Mane omtrent den bolwarcke in der nacht bevonden ende int Schoemakersgat geworpen, de nu den Raedt in handen gestelt ende upten Roesendael up bier ende broedt, een kanne ½ st. bier sdages hengesett, is verhoeden bij lijffstraff, dat geen manpersoen mit noch sunder lucht na den 9 uhren soll achter straten gaen. Etlycke borger durch Antoen den apteker den van den regemente angepresenteert mit se to waecken, is sulcks als periculoes affgeslagen. Paul. de Langen, secretarius des fursten van Gulick, een missive ende nije tijdinge gescreven an doctor Westendorp, daer hemelick verstant mit cijffren in bevonden. | |
[pagina 348]
| |
Nahdem de gedeputeerden ghyster ingebracht, wes bij de Lande der reyse halven entsloten ende dat men sich up den darden streng tholden bedencken, hebben daer een antwoert hart up gefurdert ende want se tot gener continuatie willen verstaen, hefft men oer nootshalven moeten gestaden 2 jaerschattingen over dOldampten ende stadthamrycken, erst bij se beraempt, woe bij ons voergeslagen van een geheel halff jaertaxt overall uuth te scrijven, des bij se affgeslagenGa naar voetnoot1). Is mede belevet, dat enige goede deputeerden bij den Raedt mitten officianten correspondentie hielden. Bij de van den Lande entsloten, van aldaer wapinschouwinge tholden. Landt deputeerden: abbt van Selwert, minorita, Edzart Rengers mit sijn neve Johan Rengers tho Hellem.......Ga naar voetnoota), Melle Broersema, Johan Mepsche upten Ham, syndicus Verrucius offt rentmeester Wijnbrugge, beyde gunstige danckbare Groeninger kynderGa naar voetnoot2). |
|