Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Maendach 17 Decembris 1576.

Den coester van Sunte Meerten angesecht, dat de priesters den rotten solden mede te hulpe komen, daeronder se geseten.

De van Westerlandt hebben tgeldt tot der soldaten leheninge overgesendt, idque in tempore.

Tijdinge dat Lyer ingenomen van den Staten contra de Spangers, soe daerin gelegen, de entweder geslagen offt gevangen worden¹⁾.

Nota, dat Popko Hermens, der stadtbussenschutte, den heren B. ende R. overantwoerdet gehadt sodane cedell vant geschutt mit sijn egen hand gescreven, als hiirna volget:

Ten eersten sint hiir gewest 41 metalen stucken, daer dat minste van schoet ½ punt loets. Hiir hefft de hartoch van Alve mede van genomen 6 veltstucken, scheeten 3 forndell punts ijsers. Op Delffzijll de coperen haen, schot 8 punt ijser, hefft de here van Bely ontvangen. Nae Leverden die offgesneden cortou, schot 34 punt ijser. Summa 8 stucken. Rest 33 stucken.

1) Dit bericht komt niet voor bij Bor. Vermoedelijk heeft een vrijwillige aftocht van schermutselende troepen (zie Mem. anonymes I, 246, noot 2) dit gerucht doen verspreiden. In aug. 1577 werd Lier door Egmont verzekerd voor de Staten Generaal. Zie Res. St. Gen. 1577 blz. 856 en 194.