Saterdach 4 Maii 1577.
Ordineren B. ende R. ende accorderen voer eerst den Groeninger voerluyden, oeck alhiir sodane recht ende vrijheyt tegens den Leeuwerder voerluyden tho gebruycken ende to genietende, gelijcken deselve Leeuwerder voerluyden tho Leeuwerden tegens de onse daetlick gebuycken ende genietende sint, tho verstaende, wen de van Leeuwerden mit hoer vracht alhiir angekomen sijn, dat alsdan de onse de eerste vracht edder boert weder hebben soellen, de van Leeuwerden daerna de anderde, de onse de darde ende so vervolgendts de eene na den ander, so lange hiir dan oeck vrembde voerluyden bint. Des sullen de Leeuwerder voerluyde oeck alhiir gheen koopluyde oder vracht binnen noch buten der stadt annemen, om deselve tegens deser ordinantie buten der stadt taeffel to laden offt up tho nemende, gelijcken de onse tho Leeuwerden oeck neet sullen doen, dan sall allenthalven gelijckmeticheyt hiirinne onder den voersz. voerluyden geholden worden. Oeck voer all beseheyden ende voerbeholden, dat se beyder wegen den koopman ghoet geriif doen ende neet overschatten soellen. Allent bij vijff marck to broecke ende wijder straffe na der saecken gelegentheyt.
Nota, dat de 4 in 8 vendel verdeelt, oeck meer daer ingestelt geworden, daermit het waecken mer om de achte nacht soll moegen ommekomen. Enige van S.M. spartelinge gemaeckt, de neet gemeent als anderen, dan erst to negen uhren up ende smorgents to 4 uhren van der wacht tgaende, daer sich de borger-