Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Donderdach 12 Septembris 1577.De voeght op Schiirmonnyckooge vermaninge daen, van der stadt baecke weder up to richten, want de van Westerlandt de hoere all gesetth, omtrent 400 car. gl. gecostet. Nota, dat Bartholdt Entens de onse in de trublige tijden doen ommewerpen, de ongeveerlyck 600 car. gl. geeostet mit der stadt wapen daer bovenupGa naar voetnoot1). Swoerne Meente beraedtslaget, dat elck na sijn guedt, dat besheer neet gegeven enige contributie, soll tot vuldoeninge van Stadt ende Landen beswaringe upbrengen, soe tselve bij sekere deputeerden van Stadt ende Lande ordineert ende gevonden soll moegen worden. Wij B. ende R. der stadt Groeningen doen kundt ende betugen midts desen, also tusschen den erb. Menno Tyddinga eens ende van wegen de gemene ingeseten van Midwolde anderdeels seker freundtlick verdrach beraempt, alse dat iider huys soll gemelten Tyddinga mit een man in upmakynge sijner dijcken tho hulpe komen ende dat tot 10 jaeren tho etc., hebben wij B. ende R. upgemeldt na guedtlick verhoer beyder parten ende na der saecken gelegentheit voer een | |
[pagina 393]
| |
gueth middell tho rechte verclaert ende uuthgesproecken, dat de voersz. ingeseten ende ondersaten van Midtwolde voergen. sullen voer dytmael allene ende sunder enige consequentie den gedachten Tyddinga elck huys mit een man int repareren van sijnen dijck eenen dach to hulpe komen....... |
|