Maendach 3 Februarii 1578.
Dat de rotmesteren mit 2 offte 3 van hoer rottgesellen eenen iideren in hoer rott mit vlijth ende eernst sullen ondervragen ende voerts antekenen, woe voele provisie van rogge ende brootkooern elck guedtwillich sall willen voer een jaer in voerraedt hebben ende holden, te verstaende de hooghste tot een last ende anderen na advenant ende dat tusschen dit ende Midtvasten eerstkumpstich.
Item, dat de besheer een, twe offte dre mans int graven offt bolwarcken hebben (elck offte tosamen) onderholden, sullen voer elck man een halff schaep ter weecke offte voer 4 weecken 6 stuvers upbrengen in handen van den rottmester, de sodane geldt voerts overleveren sall in der geswoeren handen, de am laesten in iider clufft de penningen entfangen gehadt hebben. Oeck sullen de rottmesteren bij geschryffte overgheven deghene, dewelcke gheen borgeren en sijn. 2.5.78 overgegeven.