Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Maendach 10 Februarii 1578.Nahdem borgermester Hermen Clandt tot eenen amptman in den Oldenampte gekoren, hebben B. ende R. borgermester Derck Schaffer, absent sijnde, in plaets erwhelet, oeverst verscreven sijnde, hefft sijn geldt doen praesenteren, woe dan oeck anderen voer hem, dan is neet accepteert. Is der wegen anderwarff verschreven. Nota, dat vermidts Thedema, Alberda, Schatter ende Coenders sich te excuseren vermeent, de koer van de heren borgermesteren ende hoefftmannen eerst up Maendage gescheen, de sunst sanderen daeges to gescheende gewoentlick. De vrouwe van Knijpensz. erbiedet, oer soenen tstellende voer oer swager Eylcke Onsta, den sijn huysfrouwe gestorven ende de vrouwe voersz. oer moeder seer kranck sijnde, hem bij sich begerende was, so sijnent so sijner kynder halven. Derwijlen oeverst he sich principalick tegens der stadt ende Con. Mats. hoocheyt gebruyckt, is sijner entfrijonge beswaringe maeckt, doch bevoerens al verloevet, bij sijn leven oehem Christoffer van Ewsum te wesen, so de beyden weecklickGa naar voetnoot2). |
|