Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Wondsdach 19 Martii 1578.De gemene hoedemakers van wegen des vrembden koopman van Swoelle contra Luloff Roeleffs, axcijsmester; ghekant, dat de vrembde man sall gedachten Luloff na sijn trecksedell moeten opleggen ende betalen, naemptlick van woelle 10 daler weerde 4 groeninger st., waervan de borger hoedemaeckers mer 1 stuver schuldich. Vide 20 Aug. 1577. A prandio. Alsoe de 4 heren borgermesteren mitten syndicus (als oeck enige prelaten) tot den voersz. Salvator tot vadders genoeght, hefft de Raedt hoeren doerwaerder darwerts geschyckt, te seggende, dat de heeren deden een eerlycke pillengave den voegeden anpraesenterenGa naar voetnoota). | |
[pagina 419]
| |
De heren commissarien Indevelt ende Orth, so den 29en Julii hiir angekomen, sijn sequenti nocte vertogen. |
|