Maendach 6 Octobris 1578.
Vermidts etlycke des Raedts ende geswoernen up hoer eedtsverdaginge neet erschenen, etlycke oeck uuther stadt om hoer private geschefften vertogen, sodat men in de hoochwichtige, allertsijden beswaerlycke voergestelte saecken nichts sluyten offt resolveren koenen, is bij den anwesenden geordineert, alle ende iidere de geswoernen upten clockenslach tegens morgen bij eedtsplicht ende eene kanne wijns to broecke to verdagen, een halve daler promptlick daervoer aff to nemende, des sullen de in de naheit buten verreyset stracks durch iiders familie weder ingefordert worden.
Is vast gevaerlycke tijdinge ankomen van vergaderinge, ruter ende knechten, soe up ende tegens dese stadt bestellet sijn solden.