Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Dinxsdach 14 Octobris 1578.

Feyco van Frijtema excuseert van de botter tot 48 vat, so up Wesel gefuert per ipsius fratrem.

Missive an Corteville affgefeerdight, van der saken gelegentheit van de generale middelen an sijne alteze te willen scryfftlick gelangen laten.

[p. 438]

An de kercke to Winsum wort bevonden twe gehouwen crucen, daer de lengkte van den pijler westwert streckende ant naeste cruce is an 13½ holt voet, van deselve pijler ant anderde is een weynich over 14 voet. Contrarie uutet westen naet oesten bij de doer beginnende streckende ant naeste cruce is starck 15 voet ende ant anderde is een verndel min als 16 voet.

De dijckrode wort to Wynsum geholden up 15 voet ende gelijcket up een cleen vingerbreet de eene mate, als voergeschr. is.

De mate an Billingeweerster kercke is lanck bij 15½ holtfoet.

Extraheert uuth mr. Gerrydt Hopper landtmeters antekeninge¹⁾.

1) In verband met de aankoop van de Ripperdaheerd te Winsum informeerden B. en R. bij [de pastoor aldaar?] naar de gebruikelijke maten, 11 september 1578 (Miss. prot. Julsing blz. 16). Een protocol van deze landmeter is aanwezig in het archief van de Hoofdmannenkamer, II KK (Rijksarch. Gron.).