Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Maendach 29 Decembris 1578.

Alsoe up huyden een generaele landtdach weder beraempt belangende de voergestelte generale middelen, oeck Wijenbruggen rekenschafft, voert rentmester ende axcijsmester te kesende etc., sijn weynich vermidts den twijbreck erschenen²⁾ ende is derwegen een nije landtdach uuthgescreven up Donderdach biduo post Trium Regum.

Den 6 nijes ingefuerden canonicis, naemptlick den archidiaken Adam Wachteler, heer Jacop Alberts, licentiaet van Munster, Bloemert, heer Adrianus, heer Werner, prior to Wittewerum³⁾, ende dofficiael Jensma laten doer den doerwaerder guedtlick anseggen, derwijlen se tegens olt heerkomen ende vrijheit deser stadt hiir ingekomen ende na de Pacificatie van Gendt iider weder int sijne gestelt, dat se derwegen wolden weder vertrecken ende tegens olt gebruyek deser stadt alhiir sich langer neet vinden noch gebruycken laten⁴⁾.

2) Een groot gedeelte der Ommelanders boycotte nog steeds de landdagen in de stad. Zij hielden hun eigen bijeenkomsten.

3) De goederen van het klooster waren als tafelgoederen aan de bisschop gegeven.

4) Zie Abel Eppens I blz. 246, noot 2.