Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Donderdach 17 Decembris 1579.Nahdat sich de van den regimente meestdeels verclaert, sijn Gen. sampt desselffs hoffgesin hiir wall dan geen haeckschutten noch besettinge te begherende ende de borger eniger maten oneens gewest, is nu mane ad 9 horam sijn Gen. raedt doctor Gruter mit credents erschenen, begerende responss up sijn Gen. laesten brieff. Daerup gesanten verordnet mit hem an sijn Gen. te trecken, de 60 haeckschutten sijn Gen. aff to bidden, twelck is gescheet ende volgents sodane acte van versekeringe gemaeckt als nabescreven, waerup sijn Gen. oeck also ingekomen up Vrijdach den 18 Decembris 1579; presenteert 4 aem wijns tsijner optie te laten kueren ende haelen; item 1 last haver tot voeder der peerdenGa naar voetnoota). Articulen op den welcken wij Georg van Lalaing.......... tevreden ende willich sijn, binnen der stadt Groeningen te comen: Ierstlick sullen de van de magistraet van Gröningen verclaren bij hun ampt, dat deghene de ons upt intrecken binnen hunnen stadt den 24 Junii lestleden ende den lesten Septembris daeraenvolgende eedt gedaen hebben, daerbij ende den conditien, in den acten daervan gepasseert vermeldet, persisteren. | |
[pagina 487]
| |
Daernaer sullen wij binnen hun stadt comen met onsen hoffgesinne, sonder de stadt oft borger met eenige garnison oft besettinge te willen beswaeren oft eenige ruyter daerin te voerende, mits dat nochtans allen den onderheurigen van onsen anderen gouvernementen ende de met ons mochten te doen hebben, vrijen inganck tot ons ende uuytganck togelaten sal worden ende blijvende allen voergaenden tractaten ende eeden, tusschen ons ende de stadt gemaeckt ende gedaen, in haeren weerden. Ende en sullen hun borgeren ende ingesetenen geen andere Unie dan der Generale Staten angedrongen werden. Voerts sullen die van der stadt ons mede inrhedich sijn met den gedeputeerden oft vulmachten van onsen anderen gouvernementen, opt gene tot het generael oft particulier welvaren naer occurrentien ende opcompsten der saecken dienen ende voircomen sall. Ende alsoe wij doer dese besoingne metten anderen soe seer geoccupeert sullen sijn, dat het nyet wel doenlick, op eenige anderen particulieren saecken te vaceren, soe sullen wij voir desen tijdt van allen anderen ongemolesteert blijven, de bescharminge ende verseeckertheit der quartieren niet concernerende ende onder anderen oeck van de ontledinge der ghijselers tot Campen sijnde, ter tijdt dat geboorlycke ordre tot vuldoeninge der twe eersten puncten des tractaets van Winsum gestelt sall sijn, te verstaende, dat sulcks gescheen sal met mede adviis ende raedt van de magistraet ende geswoernen van der stadt. Sijn nochtans tevreden daervan in vruntlycke te communiceren, soeverre wij daertoe den tijdt sollen hebben ende van anderen affairen neet belettet en werden. Voirbeholden, dat de justicie haeren geboirlicken voertganck effectuelicken sal hebben ende sijne hoocheits ordinantie naer behoer onderholden ende der stadts privilegien, tractaten, usancien, vrij- ende gerechticheyden salff ende onvercortet. Actum Essen onder onse handt ende upgedruckten casset den 18 Decembris anno 1579. Volght der stadts acceptatie ende anneminge vant gene vorsz., tsamen up een blatt gescreven: Up welcke voersz. conditien wij B. ende R., oldt ende nije, sampt T., S.M. ende B.v.d.g. der stadt Groeningen beloven voer ons ende voer een iider onser gemeente, onsen gen. here stadtholder upgemeldt in aller gehoersamheit bereyt te sijnn, sunder enich vertreck binnen derselver stadt tontfangen, verclarende oeck midts desen, teerste artiickel deser conditien sulcks als voersz. (de garde van soldaten uuthbesundert) waerachtich durch den van den borgerlycken regimente angenomen te zijnde. Alles uprecht ende sunder arch ende list. Tho oerkunde onser stadts hiirup gedruckten signete den 18 Decembris 1579. |
|