Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Maendach 11 Januarii 1580.Landtdach durch sijn Gen. ende den hoefftmannen tegens huden uuthgescreven, om Popko Uffkens commissie in plaets doctor Johan dMepsche als luytenant taccepterende ende geen prelaten noch hoefftlingen dan weynich anderen neffens Blanckfort tho ClabbeGa naar voetnoot1), Berent Cater bastert, ener van Frijtema etc. erschenen, de men copien van die ende andere twe breven an Stadt ende Lande affgeslagen (als oeck sijn Gen. daerna selffs) omdat een landtdach bestemmet, de sunst upten raedthuyse behoerich, weshalven sijn Gen. tegens kumpstigen Maendage eenen nijen landtdach durch den heren hoefftmannen doen uuthscrijven. Nota, dat de voersz. twe breve van sijn alteze ende de Generale Staten weeren, dat Stadt ende Lande 3000 car. gl. voer oer quote solden upbrengen tot behoeff der commissarien, tho Coellen umb de vreedhandell affgefeerdight. |
|