Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Maendach 8 Februarii 1580.

Hebben de vijff swarte bonen kregen durch tlott: Joachim Canter, Reyner Tyaerts, Hermen Mensens, Lubbert Lubberts ende Egbert Coeningk ende hebben tot 8 nije raedtluyde gekoren:

nije:

borgermester Joachim Ubbena, borgermester Reynt Alberda, Evert Sijmens, Joest van Cleve, Hermen Gherrydts, Fredrick Moysteen²⁾, Albert Hoernken, Hermen Koeningk;

olde:

borgermester Albert Rolteman, borgermester Evert Ulger, Christoffer Deest, Tyae to Nansum, Rembertus Ackema doctor, Sijger Sijgers, Luloff Roeleffs, Roeleff Battinck.

In Ackuma plaets, de secretarius upter hoefftmannenkamer geworden, is erst borgermester Derck Schaffer gekoren, de nochtans doe neet erschenen. Nota, dat de afgaende ende de voersz. olde raedt Schaffer gekoren, na de vijff khoerheren hoeren vrijen koer erst over de gantse stadt gedaen.

2) Moysteen bedankte bij schrijven van 16 februari, Reg. Feith 1580 nr. 94 en Miss. prot. Alting II blz. 169.