Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Saterdach 27 Februarii 1580^a).

Den 3^en Martii²⁾ is de apprehensie der gereformeerden durch sijn Gen. ende den catholiicken gescheet, nadat de catholiicken eerst durch de gereformeerden edder guesen allenthalven in Westerlandt verdreven, de blockhuser voert kercken ende cloesteren geplundert ende destrueert gewest. O furor hominum^b).

a) Bij 27 februari staat aangetekend: Prae morbo abfui.

2) Voor het gebeurde van die dagen zie Trosée, Het verraad van George van Lalaing blz. CXLII e.v. Verder Memoriën van Fresinga blz. 203 e.v. Over het tijdvak 1580-1594 in het algemeen kan men raadplegen G.M. Reyntjes, Groningen en Ommelanden van 1580 tot 1594, Groningen 1914. Over de dagen, waarin Alting wegens zijn ziekte niets aantekende, kan men het journaal van de syndicus De Gouda raadplegen.

b) Hierna zijn bijna vijf bladzijden opengelaten.