Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–
[pagina 502]
| |
van des anno '77 tot besoldinge der Walschen soldaten upgebracht. Tom darden, van des heren lieutenants 6 verloopen jaeren gasie ende 4 jaer huyshuyr sijn Gestr. te verrichtende. Is een jaer schattinge edder jaertaxt verwillicht, daervan de landtheer één deel ende de meyer twe deelen dragen sullen, hetselve ééne deell bij den meyer in de erst vervallen huyre te kortende, doch sall de meyer int erste uuthleggen sijn. Pro Johannes de Moer, priester van Loeven, doet der heer lieutenant solliciteren, om pastoer to Mitwolde tsijnde, des an den Raedt neet en staet; is em (den ondersaten) nochtans bij mandate bevoelen, van eenen goeden qualificeerden catholycken pastoer erstes dages to erwehelendeGa naar voetnoot1). Ontfangers.....Ga naar voetnoota) penningen 2 uuthen Omlande, abt van Adwert ende Jurgen Jarges ende 1 van der stadt, borgermester Joachim Ubbena, nomineert; syndicus post in locum Ubbena ende sullen bij een secretarius van de kamer de summen in der 3 slotige kiste ingebracht oft uutgelichtet tijdtlicx laten uptekenen. |
|