Diarium van Egbert Alting 1553-1594

[p. 507]

Wondsdach 25 Januarii 1581.

Bij den heren samptlick ordineert ende entsloten, dat den van der Drenthe neet sall ontsecht offt geweygert worden, hoer seyellkoern¹⁾ ende wes een iider tut huyses nootdrufft bedarfft, weder uuth te fueren van hoer ingebrachte ende upgeslagen rogge, offt soe se alnoch hiirbinnen brengen ende upslaen moegen werden; ingelijcken oeck de vrembdt moldt hiirbinnen werden inbrengen ende na hoer geriiff neet mitten besten verkopen konden, sall denselven oeck vrij ende open staen, sodane moldt tallen tijden weder onbespeert uuther stadt te fuerende, tensij de kendtlycke hooge noodth sulcks muchte beletten, des Godt wyl verhoeden.

1) Zaai. Het suffix el komt in het Gronings meer voor bij werkwoordvormen.