Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Sondach Laetare 5 Martii 1581.

Is duuthfaert van der coninginne van Spangen geholden worden; 16 tortsen mit wapenen.

An borgermester Ubbena ende syndicus.

Moysteen accordeert, 715 gl. corrent 8 st. br. uuth handen Johan van Dest tontfangen voor de 2 jaertaxen des Oldenampts.

Een bode van Campen van de Ridderschap ende Steden van Overisell hiir breve an B. ende R., item an de S.M. ende B.v.d.g., alsmede an de van den Omlanden gebracht hebbende, is bij sijn Gen. (de denselven willen doen executeren) durch ernstlick anholdent Stadt ende Omlanden mitten gewesenen hostagiers verbeden, gevrijet ende begenedight worden²⁾.

2) Rengers II blz. 227 noemt foutief als datum 12 november 1581. Eppens I blz. 324 noemt ook deze datum. Zie ook Eppens I 328, die van herhaling spreekt. Zie hierna bij Alting op 12 januari 1582.