Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach 7 Februarii 1582.

Alsoe enich decreet van enige borger ende ingesetenen beraempt, is oeck dit volgende den heer Verdugo togestelt: Dat alle vrembdelingen, geestlick ende wartlick van buten der Emse, Laversche ende Coverden, soe hiir woenachtich ende van in Junio anno '80 herwerts binnen dusser stadt gekomen, sullen in den tijdt van dre dagen na erthoeninge deses behoerlycke attestatie ende beschijn van den heern stadt holder Verdugo brengen an handen van heren B. ende R. upten raedthuyse deser stadt.

Nota, dat der heer Verdugo een brieff van sijn alteze doen voerbrengen van bij provisie in plaets des affgegangen stadtholders erwelet tsijnde¹⁾.

1) Is hiermee de brief van 31 juli bedoeld (Reg. Feith 1581 nr. 31, Rijksarchief Gron.)?