Vrijdach 6 Aprilis 1582.
Tusschen de van de kremerghylde ende snijderghylde is na beropinge der snijders, van den bouwmesteren sampt olderluyden ende hoevelingen van alle ghylden bij B. ende R. verclaert ende uuthgesproecken, dat hartenhuyden, ehe landtzhuyden ende buffelsvellen offt huyden, van buytenlandtz ingebracht ende hiirbinnen neet bereydet zijnde, sullen die na olden gebruyck tot vrijen handell staen, dan zeemsleher ende ander sodane velwarck, alhiir van den reemslagers bereydet, sall der kremerghylde onderworpich wesen.