Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 20 Julii 1582.

Van een diener mitter cledinge to Wynschote te verorden, dat geen stapellguedt daerdoer gefuerth, noch Oldtampster na deser tijden gelegentheit.

[p. 564]

Engelbert van Ursen holdt an om antworth up zijn brieff van sijn alteze, der rebellen ghuederen te moegen als geconfisquert inforderen. Dit mit meer frunde te versprekende¹⁾.

Mijn...^a) is postridie Magdalene den 23 Julii domi nostrae in den Heren gerustet, in den ommetranss int noorden van den vunte neffens de voet van St. Joannisaltaer int anderde graff ter eerden bestadet, den God genedich sij.

1) Zie Miss. prot. Alting II blz. 334.

a) De bovenste regel van de bladzijde is door vocht verteerd.