Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Vrijdach 14 Septembris 1582.Landtdach om der soldaten weeckleheninge offte quarteringe; beclach van onver moegent heyt, dat der stadt tot twe weeckleninge wollen furneren ter summe van 1866 daler, 20 st. br., voer 4 vendels. Item dat men den vijfften penninck van huyren ende renten solden doen collecteren, daer de egener twe deelen ende de meyer den darden part van gelden sollen. Hiirtegens der stadts ondrachlycke schulden ende swaricheyden voergewendt, dat oeck de borger dese stadt sunder Con. Mats, oft Omlande onkosten bewaerde, renten, huyren, schulde, vast alles in den Omlanden verlustich worden. Dat oeck bij der stadt geen gheldt in voerraedt ende des.....Ga naar voetnoota).......... als neen, weere de stadt to seer voele deser tijdt behoefftich, de rehede over hundertdusent gl. an renten, schulden ende anders ten achteren, sodat men nu billix van sodanen geringen bieraxcijs, als to landtwert gedroncken, daer se to voerens wall up iider tonne ses car. gl. to geven verwillight; hoer egen ingebrachte goeder weder axcijssvrij tot huyses nootdrufft uuth te fueren, wordt nemant verboden, dan neet voert (woe enige sich onderstaen) daermit wedder des stapels gerechticheit te lande her uuth te fuerende, woe dan onder tschijn van bieren tot huyses nootdrufft alle cijsber bieren steel wij se uuthgefuert sijn geworden unde ex malis moribus leges etc. |
|