Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach 16 Martii 1583.

Van eenen geestlycken richter, twelck archidiac. mon.^a) negligit, dat de kerckvogeden de geestlycke ornamenten bestellen in den Oldenampten. Item van Anabaptisten.

a) Aangezien de betekenis mij niet duidelijk is, heb ik de afkortingen niet opgelost. Er is te denken aan archidiaconus monasteriensis, maar een Munsters aartsdiaken had hier geen rechten meer.

[p. 579]

De huyssfrouen van den heeren lieutenant ende Monster noch per Hermen Weeck doen voerdragen und anholden, om van de 3000 noch 30 jaerlix meer dan besheer te moegen genietende ende dat na sbrieffs inholdt als 60 van iider 1000, de onkosten oeverst ende upslages gulden belangende sol blijven staen tot gelegner tijdt sich fruntlicker meninge te verglijckende, allent mede ten respecte der mitconsorten.

Responss van durch den secretarium te willen guedt antwort ende bescheet van der saecke oher lueden weder tho komen ende inbrengen laten, dat het selve als voerhen gewest, naemptlick, woe men erbiedich de verschenen 4 jaeren renten up geboerlycken quitantz ende na older gewoente erleggen ende betalen tlatende, dan de rest belangende, derwijlen de frunde daertho neet befueght, konde men hem daer oeck neet in wilfharen, noch eets wat tho leggen.

Nota: dat de 4 jaer verschenen lestlick onfangen ende quytantz na olden gebrueck ende gewoenheit daervan ghegeven.