Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 12 Augusti 1583.

Uxor per Verdugo up Lingen verscreven, cum omnibus utensilibus hinc migravit non sine multorum suspicione¹⁾.

Doctor Westendorp wegen des heren Verdugen vertoent, woe Cristall, lieutenant van Snoe, hiir dre dagen als botterkoper in der stadt gegaen, dat men beter wacht hielden offt muchten quaet verwachten.

Nota, dat ghyster huyssueckinge gescheen, nemants gevaerlyck bevonden, doch sijn Steven Broyll, Jurgen Stadtlander mytt wijff ende kynder ende Hynrick van Besten uuther stadt ver wij set worden²⁾.

Acht nije sloten, voer iider poort eenen, verordnet, daervan de wachtmeister de slotelen togestelt, daermit de poorten ordentlyck geoepent.

Sebastiaen Hyddinge is noch verloefft, hiirbinnen tot sRaedts belevent te verblijven.

Zedert onser gesanten ankumpst mer 600 car. gl. iider vendell tot 1½ weeckleninge durch den pagadoer verschoten.

1) Zie Eppens I blz. 455. Zij heette Dorothea van Mansfelt en was een bastaarddochter van de oude graaf Pieter Ernst van Mansfelt, gouverneur van Luxemburg, bij wie Verdugo als dienaar in huis geweest was. Vergel. Commentario del Coronel Francisco Verdugo, uitgeg. door H. Lonchay, Brussel 1899, blz. 2, VII.

2) Zie Eppens I blz. 459.