Maendach 26 Martii 1584.
S.M. Garste 20050, haver 16868, moldt 71045 mudden. Alsus na gedaner bescrijvinge bevonden ende noch genoech onbescreven.
Nahdem juffer Jeye to Nanssum selffs bij de verhuyringe geseten ende neet rechtlick belet noch behindert hefft, sal derwegen de voerige verhuyringe van onweerden zijn, soedat juffer Jeye sal moeten ruymen; postridie iterum.
Joest van Euwsum in te laten appoincteert; 28 Martii.