Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Saterdach 30 Junii 1584.

De vulmachtigen beyder Oldenampten beclagen sich der commissie halven, Tonckert Tammens gegeven, van gheen inlandtsche ghoeder uuth te fueren, so neet hiir ten stapel gewest.

[p. 608]

Item van de nederslagen ende broeken, begeerden oeck enige andere gebreken voer tdragen ende te remedieren; hiirtho noch een maent tijdt accordeert van desen dach aff. Upt ander ingesacht: Na der tegenwoerdigen tijden gelegentheit ende dat de denst van Con. Mat. ende tgemene beste daeran gelegen, solden B. ende R. neet anders voer raedtsam koennen bevinden, offte de frunde van den Oldenampte sullen hoere waeren ende ghoederen alhiir binnen Groeningen tho marckt moeten brengen, des wert men oeck voerts in den besten rhaden, aerbeyden ende befurderen, dat wateren, stegen ende wegen diermaten verordnet, gemaeckt ende onderholden werden, dat de voersz. waeren ende ghoederen gefuechlyck onverleth ende onbehindert bes an ende in der stadt Groeningen sullen gefuerth ende angebracht moegen worden.